B1-K1-W1: Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Dit was een van mijn eerste opdrachten die ik heb gemaakt voor mijn eerste leereenheid. Voor een pedagogisch klimaat is het belangrijk dat je weet welke regels en afspraken er zijn op de school. Ook is het belangrijk dat je op de juiste manier soms de regels en afspraken terug brengt in je uitleg voor de klas of een 1 op 1 gesprek met een kind.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik probeer er altijd voor iedereen te zijn in de klas. Ik heb een open houding en probeer altijd op mijn manier een goeie sfeer te creëren in de klas.
In de klas maak je met bepaalde kinderen sneller een klik dan met andere kinderen en dat heeft altijd even tijd nodig om met alle kinderen een band te krijgen.
Het is toch belangrijk om met de kinderen waar ik niet zo snel een band mee heb toch snel te creëren, daarom heb ik het eerste jaar een sociogram gemaakt met een plan van aanpak om de kinderen waar je minder snel een band mee hebt. Toch het proces sneller te verlopen. Om ook voor die kinderen een vertrouwenspersoon te worden.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
In deze kritische beroepssituatie leg ik uit hoe ik gehandeld heb tijdens een kleine vechtpartij in de pannakooi.
Alles op een pedagogische manier opgelost aanhang van de regels en afspraken van de school en waarop ik deze manier van handelen terug koppel aan mijn stagebegeleider.
B1-K1-W2 Inventariseert behoeften en wensen van het kind
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Bij deze opdracht heb ik een kind een nieuwe vaardigheid/strategie aangeleerd voor rekenen. Het kind die ik heb geholpen met haar probleem voor rekenen.
Ik heb bij het aanleren van een bepaalde strategie heel makkelijk omschreven wat het kind gaat doen op haar niveau van begrijpen, daarbij heb ik het kind heel goed geobserveerd en heb alles goed teruggekoppeld naar mijn stagebegeleider.
Belangrijk was dat ze een doel ging bereiken.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Bij dit bewijsstuk laat ik een les zien waar ik met 5 kinderen bezig ben geweest op op een andere manier de tafels te leren. De kinderen hebben veel moeite met rekenen en de taak die ik als onderwijsassistent heb gekregen is om even terug te gaan naar de basis en weer de tafels goed te oefenen op een leuke (bewegend leren) manier dat het aantrekkelijk is voor de kinderen.
Ik had het gevoel dat de kinderen daar naar uit keek om op een andere manier de tafels te leren. Ik kan de wensen en behoeften van het kind inventariseren en overzien
wat een kind nodig heeft. De ontwikkeling en begeleiding van een kind kan ik vastleggen door informatie vast te leggen en dit weer terug te koppelen naar mijn stagebegeleider.
(Ik heb alleen de resultaten van de kinderen nog niet kunnen terug koppelen naar de ouders van de kinderen.)
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik kan de wensen en behoeften van het kind inventariseren en overzien wat een kind nodig heeft, daarbij kan ik een goede voorbeschouwing maken over de kinderen wat mij opvalt, waar de concentratie ligt van de kinderen en weet ik wat de kinderen moet geven uit het schrijven van de reflectie + de reflectie terug koppelen naar mijn stagebegeleider.
Ik kan kritisch bekijken en aan te passen als dat nodig is. Ik verzamel informatie uit zowel het observeren van de kinderen om de wensen van het kind duidelijk voor mezelf en mijn collega’s in kaart te brengen. De
ontwikkeling en begeleiding van een kind kan ik vastleggen en een vervolg op geven voor eventueel verbetering.
B1-K1-W3 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Dit was één van mijn eerste activiteiten die ik heb uitgevoerd op mijn stage (Sint Radboudschool).
Waarbij ik nog geen idee had van het maken van een lesvoorbereiding formulier. Het volgen van de stappenplan die beschreven stond bij de vrije keuze opdracht.
Uiteindelijk er wel uitgekomen en mijn eerste ervaring opgedaan om voor de klas te staan.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Hierbij laat ik een lesvoorbereiding zien die ik in mijn laatste leereenheid van mijn opleiding heb gemaakt. In deze lesvoorbereiding formulier zie je dat ik weet hoe ik mijn beginsituatie moet opstellen en waar ik bij een activiteit rekening meet moet houden, wat het doel van de les is en hoe ik mijn les ga invullen op het gebied van inleiding, kern en afsluiting.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
In deze lesvoorbereiding formulier heb ik de zelfde punten aan geschreven die ik ook bij bewijsstuk 2 had. Wat ik bij deze lesvoorbereiding formulier beter heb beschreven is het stukje uitleg wat ik wil geven aan het kind of de klas.
Ben ik als leerkracht een keer ziek en een invaller moet mijn les overnemen dat zei/hij zo weet wat voor les het is, wat de doel van de les en welke uitleg erbij past.
(Dat maakt het stukje verschil tussen de lesvoorbereiding formulier van bewijsstuk 2 en bewijsstuk 3).
B1-K1-W4 Creëert een verantwoorde en stimulerende speel/leeromgeving
Informatie
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik Probeer ervoor zorgen dat er in je groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet je interpersoonlijk competent zijn. Iemand die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Je bevordert de zelfstandigheid van de groep en individu en je zoekt in je interactievaardigheden een goede balans.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik kan een verantwoorde en stimulerende speelleeromgeving creëren. Ik weet elke ruimte in de school buiten de normale klas om, waarvoor de ruimte bedoeld is en welke regels er aan verbonden zijn.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik kan de ruimte en materialen analyseren en inrichten,
zodat deze passen bij de georganiseerde activiteit. Ik zorg ervoor dat de kinderen zich kunnen ontwikkelen en dat de activiteiten passen bij de gestelde ontwikkelingsdoelen.
Ikzorg ervoor dat de materialen en ruimte veilig en
geschikt zijn.
B1-K1-W5 Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Veel scholen werken samen met zzp'ers in bepaalde vakgebieden zoals: dyslexie, dyscalculie enzovoort. Zulke mensen komen speciaal op scholen om met kinderen 1 op 1 te werken.
Als leerkracht ben jij niet aanwezig bij deze trainingen, toch ben je altijd enthousiast en benieuwd over de voortgang van het proces.
Af en toe praatje ook met je collega's over bepaalde kinderen, omdat ze een bepaalde vermoede hebben bij het kind of het kind kan niet goed functioneren in de klas en de leerkracht zit er mee. Dat ik als collega advies of hulp kan aanbieden.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik als onderwijsassistent ben je een extra paar handen in de klas voor de leerkracht. Ik kan mijn leerkracht helpen op verschillende manieren, ook door kinderen te observeren tijdens een les. Tijdens z'n les kan letten op zijn werkhouding, hoe vaak hij/zei van de stoel gaat, hoe vaak hij/zei iemand anders van het werk houdt.
Alle informatie wat mij opvalt schrijf ik op en koppel ik terug naar mijn stagebegeleider.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Dit bewijsstuk lijkt heel veel op het bewijsstuk van 2. Alleen waar ik mij bij deze bewijsstuk meer verbetert heb is om dit te bespreken met mijn stagebegeleider, maar ook met de moeder van het kind.
Dat is voor een onderwijsassistent wel een stap die best moeilijk is om te maken.
B1-K1-W6 Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik kan de ontwikkeling volgen en stimuleren van het kind. Dit doe ik door het aanbieden van doelgerichte activiteiten en gebruik ik materialen effectief, vindingrijk en duurzaam.
Hierbij steun ik/positief coach ik de leerling om zijn doel van de activiteit te halen. Dit doe ik door een enthousiaste houding te tonen en af en toe een voorbeeld te zijn in de activiteit.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
In deze taal les stimuleer ik de kinderen in hun ontwikkeling van het vak taal. Ik toon voorbeeld gedrag in mijn taalgebruik, door deze correct in te zetten. Ik let op intonatie, zinsopbouw en
mijn uitspraak. Daarnaast geef ik het goede voorbeeld met gezond, veilig en positief gedrag.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Hierbij toon ik twee evaluatie verslagen die horen bij activiteiten die ik heb uitgevoerd op mijn stageplek. Ik signaleer de eventuele voortgang in de ontwikkeling en rapporteert dit naar mijn collega’s. Hiervoor zorg ik voor een duidelijke verslaglegging met misschien niet de betrekking tot de
individuele kind maar tot de aantal kinderen die op dat moment in de klas had.
B1-K1-W7 Evalueert haar eigen werkzaamheden
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik probeer bij elke activiteit een kleine reflectie of evaluatie te schrijven over mijn eigen ontwikkeling van het lesgeven. Ook kijk ik terug op bepaalde punten in mijn activiteit wat eventueel beter had gekund.
(Punten waar ik rekening mee hou in het schrijven van mijn reflectie of evaluatie)
- Wat kan er beter in de voorbereiding van de activiteit.
- Wat heb ik goed gedaan.
- Wat heb ik fout gedaan en wat had ik beter kunnen doen.
- Terug komen op de dingen waar je trots op bent tijdens de activiteit.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Op mijn stage geef ik verschillende sportactiviteiten of lesactiviteiten. Niet na elke activiteit krijg ik feedback terug, maar bij de meeste wel.
Hierbij laat ik een paar van mijn feedback 's zien als bewijsstukken.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Wij maken na elke periodes van tien weken een leereenheid verslag. Wij zijn daarbij verplicht om het hele verslag na te kijken met onze stagebegeleider.
Bij zulke gesprekken kijken wij terug naar gemaakte opdrachten en geeft mijn stagebegeleider nog elke advies en tips en tricks.
B1-K2 – Werken aan kwaliteit en deskundigheid
B1-K2-W1: Werkt aan eigen professionele ontwikkeling
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
Als ik kom bij een nieuw basisschool waar ik stage mag lopen voor het schooljaar. Ben ik benieuwd naar de school zelf. Heeft de school een aparte manier van lesgeven of werkt de school samen met een organisatie?
Het zijn punten waar ik als stageloper graag mijzelf in wil verdiepen en de belangrijke punten meeneem in mijn ontwikkeling naar een professional.
(Hierbij laat ik een onderzoek + een poster zien van de organisatie waar de Van Maasdijkschool samen mee werkt.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik als student krijg tijdens mijn opleiding de vakken didactiek en pedagogiek.
Tijdens deze lessen leer ik nieuwe theorie en vaardigheden over het onderwijs en de manier van omgang met kinderen. Veel dingen neem ik mee naar de praktijk om het daar te ervaren en mijzelf steeds te verbeteren als professional.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Bij mijn laatste bewijsstuk voor deze kerntaak laat ik mijn stage plan zien. Een plan waar ik mijn doelen opstel, het plannen van mijn opdrachten en het vooruit denken over welke materialen ik nodig heb voor bepaalde materialen.
Mijn stageplan overleg ik met mijn stagebegeleider. Dat wij samen weten wanneer ik een les geef en dat het voor ons beide allemaal duidelijk is.
Ik laat ook zien dat ik kan plannen en vooruit kan denken. Door dit te hanteren in mijn taak als onderwijsassistent, kunnen collega's op mij rekenen en bouwen.
B1-K2-W2: Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg
Bewijsstuk 1
Bewijsstuk.
Progressie.
In mijn eerste bewijsstuk voor deze kerntaak laat ik zien dat ik weet hoe de organisatie in elkaar zit. Hierbij ben ik ten alle tijden op de hoogte van de voorgeschreven protocollen,
procedures en wettelijke richtlijnen en voer deze zoals
ze beschreven staan uit.
Bewijsstuk 2
Bewijsstuk.
Progressie.
Ik overleg alle activiteiten en bepaalde gebeurtenissen met mijn stagebegeleider, ook als ik een algemene vraag heb waar ik meer uitleg over wil hebben bespreek ik dat met mijn stagebegeleider of collega's.
In deze gesprekken geven wij elkaars mening over een bepaalde onderwerp en ben ik alert op mogelijkheden om de
kwaliteit van ons werk te bevorderen.
Bewijsstuk 3
Bewijsstuk.
Progressie.
Op 12-12-2024 heb ik in een spontane actie kinderen aan gesproken op hun gedrag. Tijdens mijn actie heb ik de kinderen weer even op de hoogte gebracht over de normen en waarde van de school en de respect voor elkaar. In mijn verhaal heb ik de petten gebruikt die bij ons in de klas hangen en horen bij kanjertraining.
Al met al heb ik de kinderen gemotiveerd om zich te houden aan de voorgeschreven protocollen en de regels van de school/klas.